zondag 15 mei 2011

Caravan avonturen

Vrijdagavond, telefoon. Mijn lieve tante T. Ze belt voor een kleinigheidje, en vertelt terloops dat ze de caravan opgeruimd heeft omdat ze besloten hebben 'm weg te doen. Het is akelig voor haar en mijn oom, want de reden ervoor is dat mijn oom ernstig ziek is. Binnenkort zal de caravan op marktplaats staan. "Wat een gedoe. Maar jullie willen 'm toch zeker ook niet hebben?" .. Hebben? Wij? Een caravan?Persoonlijk heb ik niets met caravans, al vind ik er een heleboel van. Volgens mijn zijn ze objectief gezien lelijk en burgerlijk en truttig en niet avontuurlijk en zeker niet passend bij mijn ambitie om een groots en meeslepend leven te leiden. Nooit zou ik met mijn volledige bewustzijn vrijwillig een paar nachten in zo'n beige gevaarte doorbrengen.
Maar ja, met al deze oppervlakkige vooroordelen ging ik mijn tante niet lastig vallen. Omwille van de vriendelijkheid mag de waarheid best wat omzeild worden. "O? Jullie caravan? Goh.. Nou weet u, we hebben nog niet echt vakantieplannen, maar we dachten toch meer na over kamperen in de Scandinavische bossen. Nu we niet meer naar Azië vliegen, met 2 kinderen, en dus verplicht in het hoogseizoen."
Achteraf voelde ik hier al dat ik de strijd verloren had. Ik kreeg plots last van schuldgevoel. Op helemaal niks af. Maar schuldgevoel, dat vind ik naar. En ik realiseerde me misschien zelfs ook dat vooroordelen maar vooroordelen zijn. Zelfs als voel je ze in elke vezel van je lijf. Zoals ik dus heb bij het idee dat ik voor de lol uren zou gaan rijden met een auto en sleurhut. Dat voel ik. En dat voelt niet lekker. Maar schuldgevoel ook niet. En de wetenschap dat je een genereus aanbod afslaat van iemand van wie je houdt, omdat je in de illussie leeft dat het leven waanzinnige niet-burgerlijke avonturen voor je in petto heeft, voelt toch ook een beetje gek. Dus stelde ik voor dat we er dit weekend over zouden na denken. Mijn tante leek hier blij mee, dus was ik dat ook. We dachten erover. En maakten grapjes. Haha.. Wij in een caravan. Nooit toch zeker! Dus belde ik 2 dagen later mijn tante weer op. Nu zonder vooroordelen, want weldoordacht en vastberaden. Mijn oom nam op. "Ha! Spreek ik met een nieuwe caravan-eigenaar?" wat mij sterkte in mijn besluit. Ik, een caravan eigenaar.. Dat gaat niet lekker samen. Duidelijk. Dus vertelde ik aan mijn oom dat we het niet gingen doen. " Pfff, lekkere avontuuriers zijn jullie zeg!" schamperde hij. "Je tante en ik gingen gewoon op pad. Op de bonnefooi. Wildkamperen op een open plek in een bos in een vreemd land. 's ochtends wakker worden met de geur van gras." En toen zomaar had ie me. Ik wist dat ik me moest gaan overgeven. Illussies en ambities opgeven. En beseffen dat dit waarschijnlijk een van de grootse avonturen zal zijn die mijn burgerlijke persoontje voorgeschoteld zal krijgen. Niks dromen van met een kind in een rugdrager bergbeklimmen in Nieuw Zeeland. Ja zeggen tegen de dingen die op je pad komen, en er zelf een avontuur van maken. En de aangeslagen vezels in je lijf grondig negeren..