woensdag 28 december 2011

Meisjes

Woedend ligt ze op de grond, boos, omdat ik wil dat ze haar nieuwe dikke winterjas aandoet. “NEEEE!! STOMME MAMA! ROTZAK! Ik wil die dikke jas niet aan! Die is veel te DIK!!!” Ze schopt in het rond, slaat met haar vuisten. Snot sliert uit haar neusje, in haar knalrood aangelopen gezicht. Ik tel nog maar eens tot tien, blaas mijn wangen vol met lucht en zucht heel hard uit. “Febe, we hebben die jas samen uitgekozen en jij hebt beloofd dat je hem aan zou trekken. We moeten nu weg en je doet die jas aan.” Ik doe nog een poging om Febe op haar benen te zetten en de jas aan te trekken. “NEEEEEE!!!”” Ze vecht zich weer los en grijpt een andere, veel te dunne jas. Ik ben geen moeder die perse wil dat haar kinderen precies doen wat zij zegt, en probeer af te wegen of deze situatie de scene waard is. Ik denk dat kinderen beter zelf kunnen ervaren hoe koud het is in een dunne jas, en de volgende keer zelf bedenken dat ze beter hun winterjas aan kunnen doen. Maar ja, waarschijnlijk is Febe juist op deze manier snotverkouden geworden, en daarom wil ik dat ze vandaag, in de kou, echt haar winterjas aandoet op de fiets. Ik kijk naar Joren, die bij de deur staat te wachten. Tasje met het cadeautje voor zijn vriendje in zijn hand. Gelaten wachtend tot zijn zus uitgeraasd is en we hem naar het partijtje kunnen brengen. Zijn aanblik doet me realiseren dat er veel te veel aandacht naar dit negatieve gedrag van Febe gaat, en Joren daar nu onder te lijden heeft. Om 6.30 uur vanochtend stond ‘ie al naast zijn bed te springen, met zoveel zin om te gaan. Nu dreigen we te laat te komen door deze jassentoestand. Drama rond een spijkerbroek hebben we een half uur geleden al gehad (“IK WIL EEN MAILLOTJE AAN!!!), gister heb ik 10 cm van heur haar geknipt zodat we geen kam-hysterie meer hebben en nu ben ik het zat. Het is vakantie en we lummelen de halve dag heerlijk rond, maar nu we weg moeten heb ik na 5 minuten moeilijk -doenerij geen geduld meer. Zonder heel boos worden lukt het niet om de jas aan te krijgen. Heel boos worden helpt natuurlijk ook niet echt, maar ik weet het ook even niet meer. Ik trek Febe zonder geduld naar me toe, houd haar stevig vast om de jas aan te krijgen en til haar uiteindelijk onder luid gehuil in de bakfiets. Bah..! Het geeft me zo’n rotgevoel als ik mijn geduld verlies en het met boos worden moet winnen van mijn kind. Ik trap hard, tegen de koude wind in, op weg naar het feestje van Joren’s vriendje. Ben ondanks het drama blij dat Febe het in elk geval niet koud zal krijgen.. Joren vraagt zich af of we nou niet veel te laat komen. Febe duwt haar hoofd tegen hem aan: “Sorry Joren” hoor ik haar zachtjes mompelen, en ik smelt een beetje. Nadat we Joren hebben weggebracht en weer samen thuis komen krijg ik een dikke knuffel. “Ik vind m’n jas wel mooi hoor mama.” Ik weet dat ze dat nu meent, en over pakweg 3 dagen hetzelfde hysterische ritueel toch weer zal volgen. Ik herinner me nog al te goed de mooie kleertjes die ik zelf uitgekozen had, samen met mijn moeder, bij de Peek&Cloppenburg, en hoe ik beloofde ze zeker weten te zullen gaan dragen. En hoe ik dat meende! En ik herinner me ook de drama’s die volgden omdat ze, eenmaal thuis, helemaal niet mooi stonden en ook niet lekker zaten. En wat een afschuwelijk gevoel het gaf als ik ze toch even aan trok. En niet wist hoe snel ik het hele spul weer uit kon trekken!! Ik denk aan mijn moeder en neem me voor haar snel eens een avondje mee uit te vragen. Ik ga mijn eigen kleine divagedrag afkopen met een high-tea en een mooi film. En haar naar al haar tips en trics voor prinsessendrama’s vragen en ze heel goed inprenten!

vrijdag 9 december 2011

On top of the world

Wauw.. daar heb je het weer.. Puur geluksgevoel overvalt me, terwijl ik naar huis fiets. Bakfiets vol met lekkere boodschappen (zoals verse ingrediënten om morgen een zalige lasagne te maken, een blikje danerolles waar de kinderen ’s ochtends heel vroeg de bijzonderste drolletjes van weten te creëren, een pak boerencakemix, mooie bloemen en een krant), de wind waait mijn krullen door de war en duwt me naar huis. Alwaar de kat vanuit de vensterbank opspringt als hij me aan ziet komen. Als ik de deur binnenstap voel ik de warmte van ons huis, ons lege huis momenteel. De kinderen heb ik vanochtend naar school gebracht, samen fietsend met de buurvrouw en haar zoon, 3 kindjes maakten grapjes en zongen nog een restantje sinterklaasliedjes. Op school een grote drukte, de kerstversiering in de klas wordt bewonderd, kleutertjes zoeken vol verwachting hun stoeltje in de kring en de juf komt met een grote glimlach binnen. “ga je nog weg mama!” giechelt Febe en na een kus en een zwaai sta ik weer buiten. Joren is meteen al met zijn vriendjes joelend naar zijn lokaal gehold.

Mijn huis is dus leeg, op de kat na, en ik kom binnen met de boodschappen. Ik struikel niet over speelgoed, ouwe kranten, wasgoed of kattenkots, zoals ook wel eens gebeurd, nee, vandaag is mijn huis behalve behaaglijk warm ook opgeruimd en gezellig. Klaar voor een weekend genieten. Terwijl ik de boodschappen opruim bedenk ik me dat de kindjes vanavond gaan logeren. Een onverwacht aanbod van een vriendin, waardoor Fabian en ik morgenochtend vrienden kunnen helpen met hun verhuizing, en wij samen de hele avond, en nacht kunnen gaan en staan waar we willen. Hoe heerlijk! Gaan we uit eten en naar de film, of lekker warm en ontspannen de sauna in? En aansluitend vroeg naar bed of dansen op dat feest in de stad..? Ik word zo blij van plannetjes maken.. De boodschappen zijn opgeruimd en de geur van koffie maakt mijn geluksgevoel af. Ik kijk om me heen en voel hoe de bank en de krant en de koffie en de kat aan me trekken. Nee, ik hoef nu even geen zielige dieren te redden, niet hard te lopen, ramen te lappen, me te storen aan de spinnenrag in de hoek, me druk te maken om minderjarige asielzoekers, me te irriteren aan slingerende tandpastadopjes, me schuldig te voelen wegens aandacht tekort voor vrienden of familie of op zoek naar honderden andere dingen die ik misschien wel zou moeten doen vanochtend. Ik geniet voorzichtig van het besef dat de dramaqueen in mij steeds vaker niet thuis is, en ik niet meer als een mantra “count your blessings” in mijn hoofd hoef te herhalen. Alles is goed zoals het is en ik hoef het leven alleen maar te omarmen..

Shit, ik word volwassen..

vrijdag 2 december 2011

Wispeltuur

Vrijdagochtend 6.30. Mijn vrije dag, en de kinderen gaan vanochtend naar school. Zij en Fabian zijn al wakker en gaan vrolijk naar beneden. Lekker, dan kan ik mijn boek nog even uitlezen. 7.00 uur, ik moet er ook uit, Fabian is binnen een half uur weg en ik moet nog douchen...Alhoewel, als ik straks nou even ga hardlopen, dan ga ik daarna lekker in bad met een boek. Oh nee.. dat heb ik net uit. Een boek in bad is pas echt lekker als ik al helemaal in het verhaal zit. Anders ben ik veel te ongeduldig voor zo’n heet bad. Nou, dan toch maar nu douchen. Ik kan vanmiddag wel hardlopen voor het eten, als Fabian weer thuis is. Ik verzamel kleding en zet de douche aan... Maar stel dat Fabian toch laat is vanmiddag, hij gaat nog langs vrienden en op vrijdagmiddag drinken ze vast een paar borrels.. Nee, dat red ik dan niet voor het eten. Dan toch maar straks rennen, als de kinderen op school zijn. Op zoek naar m’n trainingsbroek. Nergens in m’n kast, dan ligt ie vast beneden in de wasmand. Beneden 3 lieve mensjes die aandacht verdienen. Een blik op de klok, en ik ren weer naar boven om me om te kleden. Op de trap voel ik hoe moe ik eigenlijk ben. En als ik zo ga hardlopen ben ik eigenlijk de rest van de dag sloom. Terwijl ik juist met de kinderen vanmiddag wat leuks wil gaan doen. Hmm.. Morgenochtend dan maar? Oh nee, Fabian gaat vanavond op stap en mag morgen uitslapen. Dan kan ik dus ook niet rennen. Nou, kom op, wat ga ik doen?! Hup, onder de douche en aankleden want Fabian gaat zo weg. Douchen, aankleden, ontbijten, tanden poetsen, boekje voorlezen, knuffelen, opmaken, kat eten geven, op zoek naar een zwemtas en fietssleutels en snel naar school. Daar hoef ik allemaal niet bij na te denken…Pfff… Kinderen naar school en ik in de regen naar de supermarkt. Zeiknat boodschappen doen gaat gelukkig ook vanzelf. Terug naar huis bedenk ik me wat fijn het is dat ik nu niet ergens in de duinen aan het verregenen ben. Natte kleren uit, kachel omhoog, koffie en een tijdschrift en met een kat op de bank. Heerlijk!

…Maar krijg nou wat.. de zon komt door. Zit ik hier onder een dekentje.. En de rest van de dag natuurlijk ook binnen, want als de kinderen na een drukke week uit school komen willen ze ook het liefst thuis spelen.. Hmm… Ik heb nog anderhalf uur.. zal ik dan toch..? Onderweg naar m’n trainingsbroek die inmiddels boven ligt zie ik dat de trap wel weer eens gezogen mag worden. En die ramen! Zien er ook niet uit als de zon er op staat! Weet je wat? Muziek aan en lekker schoonmaken! Terwijl ik een sopje maak tuur ik naar buiten. Naar het zonnetje. Hmm.. schoonmaken kan ik ook straks, als de kindjes lekker aan het spelen zijn…AAARRRGH…!!!!!!!
Duw de kraan dicht, ren weer naar boven, trainingsbroek aan, snel naar beneden, schoenen aan en naar buiten. Ik betrap me op een glimlach en gedachten die, hoe heerlijk, eindelijk uitgeschakeld worden… RENNEN!!!

woensdag 26 oktober 2011

Op reis

Herfstvakantie, en wat hebben we hier naar uitgekeken! Eindelijk naar opa en oma Lies in Spanje! Wat zijn we benieuwd naar hun boerderij, het land waarin opa nu woont, en hoe zullen de dagen er daar uit zien? 8 maanden hebben we hem niet gezien en wat hebben we veel zin om weer met hem te kunnen knuffelen en stoeien en kletsen!

We vliegen pas om 20.00 uur ’s avonds, en zijn allemaal de hele dag vrij. Alle tijd dus om rustig in te pakken, de katten nog eens lekker te kroelen, nog een kopje koffie met oma te drinken en heeeel lang te wachten tot we nu eindelijk eens kunnen gaan.. Nadat Joren en Febe minimaal 14 keer hun rugzak hebben omgekieperd en weer opnieuw hebben ingepakt, braaf hebben zitten kleuren, heel woest op smurfenmuziek hebben gedanst,12 rondjes om het huis hebben gefietst en door spanning en verveling zeer eh.. onwenselijk gedrag hebben vertoond, besluiten we om maar alvast naar Schiphol te vertrekken. Daar is zoveel te zien voor ze, en alles beter dan nog langer met die 2 stuiterende opgewonden kleuters in een kleine ruimte hoeven zijn. .

Lekker op tijd dus komen we aan op het vliegveld. Inchecken hebben we thuis via internet al gedaan en de bagage is snel ingeleverd. “Laten we nog niet achter de douane gaan”, stelt F. voor, “aan deze kant zijn veel meer winkels en kunnen we nog lekker even eten”. Goed idee, dus gaan we van de Burger King naar de Indische toko, rennen buiten nog es rond, halen een ijsje en koffie en tijdschriften en dropjes en besluiten dan maar eens richting ons vliegtuig te gaan. Eigenlijk al kinderbedtijd, en het rennen heeft inmiddels plaatsgemaakt voor héél langzaam lopen. Met 1 kind op de rug en 1 op de bagagekar komen we aan bij de securitycheck. “Jee, wat staan hier veel mensen, zeg, zou er iets aan de hand zijn?” We halen onze schouders op, hebben hier tenslotte geen tijd voor en lopen langs de immense rijen naar de poortjes. ..Om daar vriendelijk doch dwingend terug gebonjourd te worden, de honderden mensen enigszins gegeneerd opnieuw te passeren en dan maar tja, achteraan aan te sluiten..
Febe stort prompt huilend in elkaar, is het reizen nu wel zat en wij eigenlijk ook: Dit gaan we natuurlijk nooit redden! We hebben nog maar 3 kwartier voor we de lucht in moeten! “Wat is er mama! Wat gaan we niet redden! Waar is ons vliegtuig?” Grote paniek in Joren’s ogen en Febe die het jengelen nog wat harder aanzet. De dropjes, waar zijn nu toch die dropjes.. De paspoorten kunnen weer terug in mijn tas, dit gaat nog een hele tijd duren.. Tergend langzaam beweegt de rij zich voort, na honderd meter passeren we een bordje Wachttijd circa 1 uur en vragen ons af waarom we geen rechtsomkeert maken. De sfeer in de rij wordt gek genoeg steeds lacheriger, mensen maken grapjes en knopen praatjes aan over de reizen, die hopelijk nog gemaakt kunnen worden vanavond. Frustraties worden losgelaten, waarschijnlijk in de wetenschap dat niemand nu invloed uit kan oefenen. Na een lang half uur gaat de rij steeds sneller bewegen en krijgen we weer hoop. Maken onze veters alvast los en doen onze broekriemen af zodat we sneller gecheckt kunnen worden. Maar waar zijn nou die paspoorten weer?! Eindelijk zijn we aan de beurt! Ieuwieuwieuw!! Ach arme.. bij Joren gaat het alarm af en met een zeer benauwd gezicht laat hij zich fouilleren door een wel heel grote meneer die gelukkig nog wel een geintje met hem probeert te maken. Eenmaal gecheckt zien we dat we wel heel snel moeten zijn willen we vanavond nog naar Spanje kunnen. F. regelt 2 bagagekarren, sjort de tassen en kinderen erop en zo hard we kunnen rennen we zigzaggend langs alle mensen met tassen richting de pier. Joren en Febe vinden het wel weer een leuk avontuur en moedigen ons hard aan, terwijl ze als een koffer op de kar zitten. Niet geheel verantwoord, en dat blijkt, want na een paar minuten wordt Febetje gelanceerd.. Duidelijk gepijnigd en erg geschrokken kruipt ze met flinke tegenzin toch weer terug op de kar, geheel tegen mijn gevoel in, kan haar niet eens even troosten, maar we hebben nu geen tijd te verliezen. Gelukkig hebben we de meest verre pier, dus kunnen we onze hardlooptalenten nog even demonstreren.. Ik hoor hoe onze namen door de intercom klinken en terwijl de moed me in de schoenen zakt zet ik toch nog even aan. Compleet buiten adem bereiken we de pier. Er wordt niet echt op ons gewacht, de 2 stewardessen staan gezellig te kletsen, en ik zie trouwens ook een ander vluchtnummer op de computer staan. Opnieuw hoor ik onze namen en dan zie ik op het beeldscherm een wijziging staan, we moeten nog een pier verder.. Daar gaan we weer, 2 kinderen in totale verwarring meeslepend, maar net op tijd bereiken we dan toch nog de juiste pier. We worden snel het vliegtuig in geholpen en ploffen stijf van de adrenaline neer in onze stoelen. Dorst!! Warm!! Stress!! F. en ik kijken elkaar half lachend half huilend aan, en kunnen nauwelijks geloven dat we het echt gehaald hebben. Joren z’n broek hangt op z’n knieën en ja, natuurlijk liggen al onze broekriemen nog in de bagagekar. Geeft niks, in Spanje hebben ze vast veel mooiere! Na een heel lange anderhalf uur vallen Febe en Joren dan toch nog in slaap en landen we veilig in Spanje. Febe kijkt scheel van vermoeidheid en snapt er niets meer van. Opnieuw mag ze op een bagagekar, maar nu heel voorzichtig en handje vast met mama. Ik word een beetje zenuwachtig en verlang heel erg naar het moment dat we zo meteen de deuren door lopen en dan eindelijk mijn vader weer zullen zien. Hello goodbye zal er niets bij zijn, bij ons fantastische emotionele weerzien!
Als we de koffers hebben schuifelen we giechelend de deur door. Speur de wachtende gezichten af en ontdek.. geen papa, geen opa, geen oma Lies. Met een treurlip loop ik stoer de hal door, en bedenk me dat ik eigenlijk helemaal geen duidelijke afspraak gemaakt heb met m’n vader. Ja, ze weten dat we vanavond aankomen, en volgens mij ook op dit vliegveld, maar heb ik dat wel duidelijk gecommuniceerd? Ik zou de vluchtgegevens nog doormailen, maar heb ik dat eigenlijk wel gedaan? Ik grijp naar m’n telefoon en kom erachter dat ik zijn telefoonnummer niet eens in mijn telefoonboek heb staan. Heb je ook niet nodig als je met elkaar Skyped. Wel heb ik het 06 van Annelies, maar zal ze dat ook hier in Spanje gebruiken? Er wordt in elk geval niet opgenomen.. Hmm.. hoe leg ik dit de kinderen nu weer uit.. F. mompelt al wat over taxi’s en hotels, terwijl de kindjes steeds stiller en ongeruster worden. Na een half uur loop ik met Joren voor de zoveelste keer naar buiten om opa te vinden, en ja hoor! In de verte zien we hem aan komen lopen! Febe komt ook snel aan rennen, samen met Joren vliegt ze opa in zijn armen, en heb ik toch nog mijn Hello goodbye momentje.. Wat fijn om mijn lieve, stoere, geëmigreerde papa weer te kunnen zien en vasthouden!

Als ik een paar uur later in een heel vreemd heerlijk bed lig, met mijn kindjes knus in de kamer naast me, voel ik me heel gelukkig. Ik kan niet wachten tot het ochtend is en we met z’n allen Spaanse avonturen kunnen gaan beleven, op de boerderij van opa en oma Lies.
Dat we net tot de ontdekking zijn gekomen dat we onze koffer met alle kostbaarheden op het Spaanse vliegveld hebben laten staan mag de pret niet drukken. En dat we al onze jassen op de terugweg op datzelfde vliegveld zullen laten liggen weet ik dan nog niet, dus ook dat maakt mij niet uit.

Wij zijn heerlijk op reis!

donderdag 1 september 2011

Afscheid

Met mijn gezicht in de namiddagzon en mijn gympen in het hoge gras staar ik voor me uit. In de verte zie ik hoe mijn kinderen achter elkaar aan rennen en duiken. Ze hebben niet in de gaten dat ik hier sta. Hele dagen op de camping vermaken ze elkaar en zichzelf, met elke dag weer nieuwe kindjes.

Ik denk terug aan andere vakanties, toen ze nog kleiner waren en mij veel vaker nodig hadden. Zoals die keer in Griekenland, toen Joren nog net niet los kon lopen en ik de hele dag met kromme rug met hem mee ging, zijn armpjes gestrekt omhoog, handjes om mijn vingers geknepen. Samen met mij kwam hij overal waar hij wou. Ik genoot volop, en nam graag een zere rug op de koop toe. En een jaar later, toen ik zwanger was van Febe en in Spanje op het strand steeds in slaap viel, in de heerlijke wetenschap dat Joren tevreden met papa zandkastelen zat te bouwen. Weer een jaar later waren er twee kinderen die geen moment uit het oog gelaten konden worden, waardoor zowel F. als ik ’s avonds om acht uur moe maar super voldaan de zonsondergang bekeken vanaf ons appartement.

En dit jaar zijn onze kindjes ineens zo groot… Na de zomer gaat Febe naar school, ze kan nauwelijks wachten. Joren gaat leren lezen en schrijven in groep 3. Deze vakantie valt me ineens op hoe zelfstandig ze zijn. Ze vervelen zich, en zoeken dan iets om mee te spelen, samen of alleen. Ze ruziën, doen elkaar pijn en schreeuwen het uit, maar maken het dan ineens samen weer goed en hebben de slappe lach, nog voor ik goed en wel weet wat er aan de hand was. Ze kiezen zelf hun kleren uit, vinden de weg op de camping en maken hun eigen vriendjes.

F. is hier ook helemaal in zijn element als MacGyver en ik… Ik heb dit jaar geen rust voor die stapel boeken waar ik andere jaren de tijd nauwelijks voor vond. Ik loop maar weer eens een rondje over het grasveld en neem stiekem afscheid. Afscheid van de periode waarin mijn kinderen nog kleine pukkies waren en waarin ik nog elke minuut van hun wakkere dag hard nodig was. Met weemoed denk ik terug aan vieze zwemluiers op het strand, babyhapjes in de magnetron, het in slaap wiegen van mijn oververmoeide dreumes en het grote geluk dat ik voelde als ze na een lange dag de wereld ontdekken weer schoon in hun slaapzakje in een bedje lagen.

De kinderstemmetjes komen ineens heel dichtbij en van achter wordt ik aangevallen door mijn twee boeven. Gulle lachen op vieze gezichten. Ik ben dan niet meer zo hard nodig, en zal mijn kinderen niet meer in slaap hoeven wiegen, maar ik neem me voor om ze vanavond weer eens extra lang voor te lezen. Ik ren op een voetbal af en schiet! En zal wel zien wat mijn rol als mama de komende jaren nog voor mij in petto heeft!

zondag 15 mei 2011

Caravan avonturen

Vrijdagavond, telefoon. Mijn lieve tante T. Ze belt voor een kleinigheidje, en vertelt terloops dat ze de caravan opgeruimd heeft omdat ze besloten hebben 'm weg te doen. Het is akelig voor haar en mijn oom, want de reden ervoor is dat mijn oom ernstig ziek is. Binnenkort zal de caravan op marktplaats staan. "Wat een gedoe. Maar jullie willen 'm toch zeker ook niet hebben?" .. Hebben? Wij? Een caravan?Persoonlijk heb ik niets met caravans, al vind ik er een heleboel van. Volgens mijn zijn ze objectief gezien lelijk en burgerlijk en truttig en niet avontuurlijk en zeker niet passend bij mijn ambitie om een groots en meeslepend leven te leiden. Nooit zou ik met mijn volledige bewustzijn vrijwillig een paar nachten in zo'n beige gevaarte doorbrengen.
Maar ja, met al deze oppervlakkige vooroordelen ging ik mijn tante niet lastig vallen. Omwille van de vriendelijkheid mag de waarheid best wat omzeild worden. "O? Jullie caravan? Goh.. Nou weet u, we hebben nog niet echt vakantieplannen, maar we dachten toch meer na over kamperen in de Scandinavische bossen. Nu we niet meer naar Azië vliegen, met 2 kinderen, en dus verplicht in het hoogseizoen."
Achteraf voelde ik hier al dat ik de strijd verloren had. Ik kreeg plots last van schuldgevoel. Op helemaal niks af. Maar schuldgevoel, dat vind ik naar. En ik realiseerde me misschien zelfs ook dat vooroordelen maar vooroordelen zijn. Zelfs als voel je ze in elke vezel van je lijf. Zoals ik dus heb bij het idee dat ik voor de lol uren zou gaan rijden met een auto en sleurhut. Dat voel ik. En dat voelt niet lekker. Maar schuldgevoel ook niet. En de wetenschap dat je een genereus aanbod afslaat van iemand van wie je houdt, omdat je in de illussie leeft dat het leven waanzinnige niet-burgerlijke avonturen voor je in petto heeft, voelt toch ook een beetje gek. Dus stelde ik voor dat we er dit weekend over zouden na denken. Mijn tante leek hier blij mee, dus was ik dat ook. We dachten erover. En maakten grapjes. Haha.. Wij in een caravan. Nooit toch zeker! Dus belde ik 2 dagen later mijn tante weer op. Nu zonder vooroordelen, want weldoordacht en vastberaden. Mijn oom nam op. "Ha! Spreek ik met een nieuwe caravan-eigenaar?" wat mij sterkte in mijn besluit. Ik, een caravan eigenaar.. Dat gaat niet lekker samen. Duidelijk. Dus vertelde ik aan mijn oom dat we het niet gingen doen. " Pfff, lekkere avontuuriers zijn jullie zeg!" schamperde hij. "Je tante en ik gingen gewoon op pad. Op de bonnefooi. Wildkamperen op een open plek in een bos in een vreemd land. 's ochtends wakker worden met de geur van gras." En toen zomaar had ie me. Ik wist dat ik me moest gaan overgeven. Illussies en ambities opgeven. En beseffen dat dit waarschijnlijk een van de grootse avonturen zal zijn die mijn burgerlijke persoontje voorgeschoteld zal krijgen. Niks dromen van met een kind in een rugdrager bergbeklimmen in Nieuw Zeeland. Ja zeggen tegen de dingen die op je pad komen, en er zelf een avontuur van maken. En de aangeslagen vezels in je lijf grondig negeren..

dinsdag 15 februari 2011

Ziek in de zon

Na de kaasfondue kwam ie ineens opzetten. Kramp in mijn buik. Kan aan de kaasfondue liggen natuurlijk, aan de wijn, aan de periode van de maand of in principe zelfs aan het tafelgezelschap.
Ik vroeg me al af wat er toch met mijn weerstand aan de hand was, nadat om me heen iedereen om de beurt neerging. Collega's, kinderen, buren, echtgenoot, zelfs de kat heeft een nare hoest, maar mij gebeurde niks. Wel piepende oren en energiepijl dat de nacht niet meer haalt, maar ja, dat zal wel aan de leeftijd liggen. Ziek werd ik deze winter niet. En nu is het al bijkans lente, tenminste, daar lijkt het vandaag op. Gister was echt de perfecte dag om ziek te zijn, de hele dag regen en een grauwe lucht. Maar helaas, ik was topfit. Tot na de kaasfondue, daar kwam ie dan toch. Nog nooit meegemaakt en inderdaad geen pretje, zelfs niet als het regent. Plots begint er van binnen iets te borrelen, hoorbaar voor het gehele gezin en dan is het een kwestie van zo snel mogelijk naar de wc zien te komen. Steeds gelukt overigens.
het ging de hele nacht door. De ochtend net aan gehaald. Nou, hehe, ik werd ook eens ziek. Had me al verheugd op lekker op de bank onder een dekentje, met de krant en de afstandsbediening en buiten regen en storm, kinderen naar school, man aan het werk. Ziek zijn is heel akelig, maar afgezien daarvan leek dit romantische beeld me toch stiekem enorm aantrekkelijk. Misschien dat zelfs, net als vroeger, mijn moeder zomaar aan kwam zetten met een glaasje appelsap en een beschuitje kaas. Een een stapel tijdschriften. En wat dropjes voor de keel. In mijn werkelijkheid is ziek zijn heel anders: Mijn man en dochter zijn vrij en zetten samen het huis op hun kop, dat betekent, geen rustig donker holletje met de bank, de tv en ik. De zon schijnt schijnt schijnt zoals al een half jaar niet gebeurd is, de vogels fluiten de longen uit hun lijf, en ik wil naar buiten!!
Tot ik een toevallige blik in de spiegel werp en daar een wit ongezond hoofd zie met donkere kringen en wallen zoals nog nooit is vertoond, en halverwege de trap moet gaan zitten om uit te rusten. Een knallend hoofd en een humeur waar Gruwella trots op zou zijn. Grom. Ik ga naar bed.