woensdag 28 december 2011
Meisjes
Woedend ligt ze op de grond, boos, omdat ik wil dat ze haar nieuwe dikke winterjas aandoet. “NEEEE!! STOMME MAMA! ROTZAK! Ik wil die dikke jas niet aan! Die is veel te DIK!!!” Ze schopt in het rond, slaat met haar vuisten. Snot sliert uit haar neusje, in haar knalrood aangelopen gezicht. Ik tel nog maar eens tot tien, blaas mijn wangen vol met lucht en zucht heel hard uit. “Febe, we hebben die jas samen uitgekozen en jij hebt beloofd dat je hem aan zou trekken. We moeten nu weg en je doet die jas aan.” Ik doe nog een poging om Febe op haar benen te zetten en de jas aan te trekken. “NEEEEEE!!!”” Ze vecht zich weer los en grijpt een andere, veel te dunne jas. Ik ben geen moeder die perse wil dat haar kinderen precies doen wat zij zegt, en probeer af te wegen of deze situatie de scene waard is. Ik denk dat kinderen beter zelf kunnen ervaren hoe koud het is in een dunne jas, en de volgende keer zelf bedenken dat ze beter hun winterjas aan kunnen doen. Maar ja, waarschijnlijk is Febe juist op deze manier snotverkouden geworden, en daarom wil ik dat ze vandaag, in de kou, echt haar winterjas aandoet op de fiets. Ik kijk naar Joren, die bij de deur staat te wachten. Tasje met het cadeautje voor zijn vriendje in zijn hand. Gelaten wachtend tot zijn zus uitgeraasd is en we hem naar het partijtje kunnen brengen. Zijn aanblik doet me realiseren dat er veel te veel aandacht naar dit negatieve gedrag van Febe gaat, en Joren daar nu onder te lijden heeft. Om 6.30 uur vanochtend stond ‘ie al naast zijn bed te springen, met zoveel zin om te gaan. Nu dreigen we te laat te komen door deze jassentoestand. Drama rond een spijkerbroek hebben we een half uur geleden al gehad (“IK WIL EEN MAILLOTJE AAN!!!), gister heb ik 10 cm van heur haar geknipt zodat we geen kam-hysterie meer hebben en nu ben ik het zat. Het is vakantie en we lummelen de halve dag heerlijk rond, maar nu we weg moeten heb ik na 5 minuten moeilijk -doenerij geen geduld meer. Zonder heel boos worden lukt het niet om de jas aan te krijgen. Heel boos worden helpt natuurlijk ook niet echt, maar ik weet het ook even niet meer. Ik trek Febe zonder geduld naar me toe, houd haar stevig vast om de jas aan te krijgen en til haar uiteindelijk onder luid gehuil in de bakfiets. Bah..! Het geeft me zo’n rotgevoel als ik mijn geduld verlies en het met boos worden moet winnen van mijn kind.
Ik trap hard, tegen de koude wind in, op weg naar het feestje van Joren’s vriendje. Ben ondanks het drama blij dat Febe het in elk geval niet koud zal krijgen.. Joren vraagt zich af of we nou niet veel te laat komen. Febe duwt haar hoofd tegen hem aan: “Sorry Joren” hoor ik haar zachtjes mompelen, en ik smelt een beetje. Nadat we Joren hebben weggebracht en weer samen thuis komen krijg ik een dikke knuffel. “Ik vind m’n jas wel mooi hoor mama.”
Ik weet dat ze dat nu meent, en over pakweg 3 dagen hetzelfde hysterische ritueel toch weer zal volgen. Ik herinner me nog al te goed de mooie kleertjes die ik zelf uitgekozen had, samen met mijn moeder, bij de Peek&Cloppenburg, en hoe ik beloofde ze zeker weten te zullen gaan dragen. En hoe ik dat meende! En ik herinner me ook de drama’s die volgden omdat ze, eenmaal thuis, helemaal niet mooi stonden en ook niet lekker zaten. En wat een afschuwelijk gevoel het gaf als ik ze toch even aan trok. En niet wist hoe snel ik het hele spul weer uit kon trekken!!
Ik denk aan mijn moeder en neem me voor haar snel eens een avondje mee uit te vragen. Ik ga mijn eigen kleine divagedrag afkopen met een high-tea en een mooi film. En haar naar al haar tips en trics voor prinsessendrama’s vragen en ze heel goed inprenten!